Terug naar Encyclopedie

Invloed van Rome II op smartengeld en schadevergoeding bij verkeersongevallen in Tilburg

Rome II beïnvloedt smartengeldhoogte en vergoedingen bij verkeersongevallen in Tilburg. Leer over verschillen per land en hoe uitzonderingen hogere Nederlandse bedragen mogelijk maken.

1 min leestijd

Bij grensoverschrijdende verkeersongevallen in en rond Tilburg, zoals op de drukke A58 of N261, bepaalt de Rome II-verordening welk recht de hoogte van smartengeld en andere vergoedingen regelt. Verschillen tussen EU-landen zijn groot: Nederlands recht, toegepast door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Tilburg, kent vaak hogere immateriële schadevergoedingen dan bijvoorbeeld Duits recht.

Toepassing in de praktijk rond Tilburg

De hoofdregel (artikel 4(1)) wijst naar het recht van de plaats delict. Een ongeluk op de Belgische grens bij Tilburg met Nederlandse slachtoffers leidt tot Belgisch recht, met lagere smartengeldtarieven. Uitzondering via artikel 4(2) kan Nederlands recht activeren bij gemeenschappelijke woonplaats, gunstig voor Tilburgers met familie in het buitenland.

Schadeposten omvatten medische kosten via het ETZ ziekenhuis in Tilburg, inkomensverlies door lokale banenverlies en huishoudelijke hulp. Bewijslast verschilt: in Angelsaksische invloeden ligt deze bij de dader, terwijl continentaal recht strenger is voor slachtoffers uit de regio.

Verjaringstermijnen variëren; drie jaar in Nederland versus twee in België. Tilburgse rechtbanken passen Rome II strikt toe, geïnspireerd op zaak C-45/13 van het HvJEU, waar woonplaats doorslaggevend was voor hogere claims.

Advies: Tilburgse slachtoffers moeten woonplaats en delictplaats documenteren voor optimale claims bij lokale verzekeraars. Verzekeraars gebruiken dit voor onderhandelingen op de Brabantse wegen.